Geluk of ongeluk - de boer en zijn paard
In het huidige veld van ons spiritueel bewustzijn bevinden zich nog de nodige sporen van interpretaties die afkomstig zijn uit New-Age tijdperk, dat zich vooral laat kenmerken door de dualistische kijk op spirituele zaken. Zo zijn nog veel mensen gewend om te denken in oorzaak en gevolg op persoonlijk niveau. Ook wel magisch (kinderlijk) denken genoemd: "Als ik iets goed doe, dan krijg ik een beloning. Als ik iets fout doe dan ben ik schuldig en krijg ik straf." Alsof er een hogere intelligentie (in welke vorm dan ook) zou bestaan die de boekhouding van ons als individu bijhoudt en op zijn tijd de rekening vereffent...
Hieronder vallen voor mij ook uitspraken als "Het heeft zo moeten zijn." Het was de bedoeling dat...." Etc. Vanuit een non-dualistische visie zijn er geen bedoelingen en heeft er helemaal niets zo moeten zijn.
Alles is precies "goed" omdat het niet anders kan zijn dan het is en is gegaan. Er is in bewustzijn geen plek voor een oordeel over het hoe, waarom of het resultaat. Onderstaande parabel over een Chinese boer en zijn paard illustreert hoe wij vol verwondering vanuit het het "niet-weten" het leven kunnen benaderen. We zijn zowel de deelnemer als de waarnemer in één.
De Chinese boer en zijn paard.
In een dorpje op het Chinese platteland, leefde een boer met zijn zoon. Naast hun hut en het land was hun enige bezit van enige waarde het paard. Zo konden ze het land bewerken en in alle bescheidenheid rondkomen.
Op een dag brak het paard door de omheining en rende weg.
Die avond kwamen de dorpelingen bij de Chinese boer op bezoek om hun medelijden te betuigen. “Wat vreselijk!” zeiden ze: “Hoe moet het nu met het land? Je paard verloren, wat een ongeluk!”
Maar de boer glimlachte rustig en zei: “Geluk of ongeluk? Wie zal het zeggen? Het enige dat ik weet, is dat het paard is weggelopen.”
De dag daarna gingen de boer en zijn zoon weer aan het werk op het land en voor enige tijd maakten ze er het beste van. Tot op een dag het paard weer kwam aangelopen. En in zijn kielzog nam hij een kudde van tien wilde paarden mee!
Die avond kwamen de dorpelingen weer bijeen om hun gelukwensen te geven: “Wat een geluk! Wat geweldig! Je bezit zo maar vertienvoudigd!”
Maar de boer glimlachte rustig en zei: “Geluk of ongeluk? Wie zal het zeggen? Het enige dat ik weet, is dat mijn paard weer terug is en dat er tien andere paarden bij zijn.”
De volgende dag wilde de zoon proberen of hij de paarden kon temmen en klom op de rug van een wild paard. Deze was hier echter niet van gediend en bokte net zolang totdat de zoon met een flinke smak op de grond belandde en beide benen brak.
Die avond stonden de dorpelingen weer op de stoep: “Wat vreselijk! Je zoon! Beide benen gebroken! Nu kan hij niet helpen op het land! Wat een ongeluk! Hoe moet dat nu?”
Maar de boer glimlachte rustig en zei: “Geluk of ongeluk? Wie zal het zeggen? Het enige dat ik weet, is mijn zoon zijn beide benen gebroken heeft.”
De volgende dag kwam er bericht dat er een oorlog was uitgebroken en dat alle jongemannen die daartoe in staat waren zich onmiddellijk moesten melden om een leger te vormen.
En de boer glimlachte rustig en dacht …
(bron parabel: moedigmens.nl)